Tsjechië

Gepubliceerd op 29 augustus 2023 om 20:59

Het eerste wat je noemt, als je aan Tsjechië denkt, is Praag. Het eerste na het passeren van de grens, dat ons opvalt, zijn de fietsbordjes die niet meer wit met groene opschriften zijn maar geel met zwart. Zijn er nog andere verschillen met Duitsland? Natuurlijk, alleen al de taal, die voor ons verschuift van vaardig en begrijpelijk naar vrijwel onverstaanbaar en onleesbaar. Er zijn meer dingen die Tsjechië karakteriseren en daar komen we al fietsend achter. 

We fietsen door het stadje Cheb (zie route via PolarSteps) naar een fietsenmaker om de ratelende derailleur van Roelie te resetten en tegelijk ook de spaken van het nieuwe achterwiel te laten controleren, want de eerste 1000 km zitten erop en dat is het moment voor een nadere centrering. De fietsenmaker is zeer behulpzaam en gaat er meteen mee aan de slag. Wij mogen een half uurtje door de stad zwerven die nu Cheb heet maar vroeger Eger heette. Veel steden hebben een Tsjechische en Duitse naam. Op internet en onder andere onze reisapps Komoot, MapOut en GoogleMaps worden de namen door elkaar gebruikt want bij ons regelmatig tot verwarring leidt. Hoe dat zit, komen we later op terug.

 

De Tsjechen hebben geen euro en we rekenen 200 Tsjechische kronen af. Met een factor 1 euro staat tot iets van 24 kronen, met wat onvervalst hoofdrekenwerk en tegelijk wegfietsend bedenken we dat dat wel heel erg goedkoop was. De lunch in Cheb, de boodschappen en de prijs voor de eerste camping doen ons meteen beseffen dat Tsjechië een goedkoop land is: goed voor ons dagbudget dat in Duitsland dagelijks is overschreden.

 

Een volgend kenmerk durven we ook al meteen aan te geven: in Tsjechië moeten we het zonder de voor ons populaire picknick grill (de niet zo duurzame wegwerp barbecue) stellen. Terwijl Roelie dwaalt door de mega grote supermarkt Kaufland, zoekt Harry in alle omliggende supermarkten naar dat ding; zonder succes. Dat wordt dan weer gewoon koken de komende week of twee of langer of... we zien wel. 

We volgen een fietsroute langs de rivier Eger/ Ohre totdat die in de Elbe/Labe uitmondt. In de eerste helft van de Egerroute zijn giga veel kanovaarders een combitrip aan het maken van kanovaren en kamperen. Onderweg zijn er veel gezellige kano-/fietscafe's langs de route en zien we steevast of het nou 's ochtends of 's middags is dat er grote pullen bier worden genuttigd. En dat brengt tot een volgend kenmerk: Tsjechië is een echt bier land en wereldkampioen bierconsumptie; ze laten op dat vlak de Duitsers ver achter zich. Je moet niet raar opkijken dat er al 's ochtends vroeg een paar halve liters achterover worden geslagen: op de camping, een terras of gewoon op een bankje in een park. De Tsjechische dames doen op dat gebied aardig mee, maar het zijn vooral de mannen bij wie de biercosumptie goed zichtbaar is door een flinke ronde buik. Iets waar ze overigens flink trots op lijken te zijn, want deze wordt graag geshowd.

 

De route langs de Eger is niet alleen leuk vanwege de kanovaarders: het pad is vrijwel volledig onverhard, maar makkelijk te fietsen en blijft vlak langs de oevers door het nu nog smalle, beboste dal. We genieten de eerste dag met volle teugen. De tweede dag langs de Eger genieten we ook nog, al zien we de Eger niet zo vaak en is de weg nooit vlak en loopt het door veel hopplantages. De derde dag en laatste dag is minder aantrekkelijk en zien we de Eger nauwelijks vanaf bredere en drukkere wegen over het platteland.

Hoe gezellig het is langs oevers, hoe relatief stil het is in de best leuke, mooie stadjes aan de Eger. Dat zagen we al in Cheb maar nu ook op zaterdagmiddag in Sokolov: schattige én statige pleinen met "horeca-potentie" zien er maar verlaten uit dit weekend. Terrasjes ontbreken of zijn leeg, winkelend publiek is er niet. Best vreemd, maar we zullen het overal blijven zien tijdens onze tocht door Tsjechië, die uiteindelijk twee en een halve week zal duren.

 

Zaterdagmiddag in hartje Sokolov en geen hond op straat. 

Langs de Eger strijken we neer op camping 'Na Speci'. Het begint al snel te regenen en we koken en eten in de beschutting van een werktuigen loods met penetrante olie geur. Na dit potje pasta worden we uitgenodigd om bij twee Duitse gezellige (en goed Engels sprekende) stellen een wijntje mee te drinken. Ze hebben hartelijk om ons gelachen omdat we de tent klaarblijkelijk op de parkeerplaats hebben opgezet. Dat verklaart waarom we de haringen niet in de grond kregen. De Duitse vrienden komen uit Stuttgart en Gruibingen, een dorpje in de Schwäbische Alp waar we op onze wereldtocht in 2018 langs zijn gefietst. Sabina' man Holger biedt spontaan aan om, indien we op de terugweg in de buurt fietsen, bij hun te logeren. De Duitsers staan hier al meerdere jaren met een vaste caravan op deze camping en komen hier meerdere keren per jaar en weten veel over dit gebied en haar bewoners. Sabine's oma heeft in Sudetenland gewoond en haar moeder tot haar vijfde. Ze vertelt dat de Duitssprekende meerderheid (ca. 90% van de bevolking) in dit gebied, na de oorlog moest vertrekken. 


Het verhaal van de Sudeten-Duitsers is moeilijk kort samen te vatten. Bovendien gaan we met onze blog geen Wikipedia teksten overnemen. Laten we het zo stellen dat de twee krankzinnige wereldoorlogen en de Nazi-waanzin er uiteindelijk voor gezorgd hebben dat eerst de Duitsers de Tsjechen onderdrukten, cq deporteerden en daarna na WO II de Tsjechen nagenoeg alle Sudeten-Duitsers hebben onteigend, het staatsburgerschap ontnomen en uit Tsjechië hebben gezet. Ruim 3 miljoen mensen lieten zo een vrijwel ontvolkt gebied achter dat langzaam, over tientallen jaren, door de Tsjechische bevolking is "overgenomen". Voor ons nu niet te bevatten, maar je ziet in dit gebied veel vervallen, lege fabrieken, boerderijen en woningen.  

Na de tweede dag langs de Eger willen we graag kamperen bij een stuwmeer. De dame van de receptie spreekt weinig Duits en nog minder Engels dus de communicatie loopt wat stroef. Wij kijken elkaar verward aan als we denken dat ze zegt dat het mogelijk is om te kamperen mits we eerst gaan douchen. Dat is toch raar? Dat is het ook als het kwartje uiteindelijk valt: ze wil dat we eerst schauwen oftewel kijken en niet showeren. De autokemp (camping) blijkt een allegaartje van vaste plekken met caravans voorzien van dak en houten omwalling en maar beperkte ruimte voor doorreizende kampeerders. Maar wij hebben weinig ruimte nodig en zetten de tent op naast een beachvolleybalveld zonder net met ee verwachting dat er vanavond weinig gespeeld gaat worden en dat klopt. 

 

Zoals gezegd is de derde dag wat minder aantrekkelijk. Het dal wordt breder en breder en langere perioden is er geen Eger te zien. We hebben onze zinnen gezet op een camping aan de Elbe, waar de Eger in uitmondt. Dat betekent bijna 100 kilometer in tropische omstandigheden. Met liters zweet in de schoenen bereiken we uiteindelijk Litomerice, de stad aan de Elbe bij de monding van de Eger. Die naam zegt misschien minder dan de naam Therezienstadt (Terezin) vlakbij, dat een enorme kazematten gebied herbergt. We fietsen er doorheen en voelen de beklemmende sfeer zonder goed en wel te beseffen waar we zijn beland. De volgende dag is een rustdag waarop we naar deze gedenkwaardige plek terugkeren.


Het enorme kazemattenterrein met een ondergronds gangenstelsel van meer dan 30 kilometer is nooit in gebruik geweest om de functie waarvoor het was gebouwd: als legerbasis in tijden van oorlog. Wel werd het gebruikt als gevangenis en heeft de moordenaar van Frans Ferdinand (aanleiding voor WOI) hier kort vastgezet gezeten. Na annexatie van Sudetenland en later Tsjechië hebben de nazi's het fort tijdens WOII als een gevangenis voor Joden, politiek-ideologische tegenstanders, Tsjechische oud-regeringsleiders en het Tsjechische verzet gebruikt. Uiteindelijk gleed (ook) deze gevangenis af naar een onmenselijke plek van leed en ontzetting.

 

Entree naar het kleine fort waar de gevangenis was gevestigd. 

Theresienstadt was geen vernietigingskamp maar een zogenaamde "verdeel plek". Toch hebben hier velen de dood gevonden, door ziekte, uitputting, vuurpeloton en moord. De 'arbeid mach frei' boven de poort naar de mannen vertrekken maakt de associatie met de echte concentratiekampen. 

Later in de oorlog zijn nog cellen bijgebouwd in het ondergrondse deel van de kazematten. Die cellen waren erg vochtig. Wij hadden al moeite om er te ademen. Tijdens de oorlog werden hier meer dan 500 mensen in opgesloten. 

De Deense autoriteiten vroegen tijdens het Duitse WOII regime het internationale Rode Kruis om een inspectie waar hun Joodse landgenoten ondergebracht werden. Theresienstad werd in korte tijd ten behoeve van deze inspectie omgetoverd, om de schone, wrange, schijn hoog te houden. Het Rode Kruis kreeg cellen te zien waar in plaats van 60 maar 3 gevangen zaten opgesloten. Om te benadrukken dat de hygiëne belangrijk was werd bovenstaande badkamer gemaakt. Deze is echter nooit gebruikt. Nadat het Rode Kruis was vertrokken én een positief rapport over deze plaats had geschreven, kregen de nazi's de smaak te pakken en besloten ze een propaganda film op te nemen om aan de wereld  te tonen dat er menselijk met de Joden werd omgegaan. De regisseur en acteurs belanden na de opname in de gaskamer. Onbeschrijfelijk. De film is overigens niet meer gebruikt; de Russische geallieerden rukten snel op en hebben uiteindelijk de film in het kamp gevonden. 

 

Begraafplaats waar de geïdentificeerde mensen uit de massagraven zijn begraven. 

Het monument op de foto hierboven is ter herinnering aan dat aan het einde van de oorlog de Duitsers een ultieme poging hebben gewaagd om sporen uit te wissen. De as van 2100 mensen, die in Theresienstadt zijn overleden, zijn in de Eger gegooid en de doosjes met de namen van de overledenen verbrand. Om de as in de rivier te gooien is vanuit Theresienstadt een menselijke keten van lokale bewoners gebruikt. Op de plek waar deze keten de as in de Eger moest gooien, is dit gedenkteken verrezen.

Al eerder, toen we langs de Eger fietsten, hebben we het plan gesmeed om door Tsjechië de EuroVelo 4 route te volgen richting Polen en Slowakije. Deze EuroVelo 4 heeft ook een tijdje de Eger gevolgd maar is al eerder op een gegeven moment naar Praag afgebogen terwijl wij de rivier naar zijn monding in Elbe hebben gevolgd. In Praag kunnen we deze internationale fietsroute echter weer oppakken. Reden waarom we de route willen volgen ligt grotendeels in de hoop dat langs de route genoeg campings (best dun bezaaid in dit land) te vinden zijn voor de hooggewaardeerde douche op de drukkend hete dagen, verder in de hoop dat we mede lange-afstand-fietsers zullen tegenkomen en voor een klein deel in gemakzucht: je hoeft zelf geen routes te plannen maar gewoon bordjes te volgen. EuroVelo of niet, we willen naar Praag, de stad van onze huwelijksreis. 

Op de camping in Litomerice staan meerdere fietsers en we zien vanaf de camping veel fietsers op het pad langs de camping. De meest logische route om vanuit Litomerice Praag te bereiken is eerst langs de Elbe en vervolgens de Moldau te fietsen. De Moldau stroomt door Praag en is een stuk groter dan de Elbe als ze samenvloeien, dus best bijzonder dat de kleinere Elbe haar naam heeft behouden; wellicht gelden hier regels voor waar wij geen weet van hebben.

We plannen anderhalve dag voor deze tocht naar Praag. Op/nabij de route liggen drie “campings”. De eerste is een hotel, op enige afstand van de route, aan een hondenuitlaatstrand aan een meertje, de tweede schijnt een camping te zijn die in de communistische tijd al retro was en nu, in vergaande staat, nog alleen maar slechte reviews scoort bij mensen die er toch nog hun camper parkeren en de derde is eigenlijk een wildwatervereniging die zo af en toe ook haar poort opent voor fietsende kampeerders. We kiezen voor de eerste, maar al snel blijkt dat we deze al voor 13 uur zullen bereiken. We hoeven elkaar nog niet eens aan te kijken om van elkaar te weten dat het dagdoel van vandaag is verzet meteen maar helemaal naar Praag, iets van 40 kilometer verder. 

 

Na ruim 100 kilometer in een voor ons vrij saaie (maar vooral hete) etappe bereiken we uiteindelijk Praag. Aan de noordkant van de oude stad is een straat met zeker iets van acht campings. Op één na betreft het allemaal particulieren die hun diepe achtertuin te gelde maken. Deze ”campings” zijn grofweg in twee groepen te verdelen: een groep met goede reviews en een groep met minder goede reviews. De ‘goede’ groep heeft dat te danken dat ze hun achtertuin beperkt laten vollopen met kampeerders (lees: campers). Deze groep is dan ook snel vol. De tweede groep probeert hun tuin vol te stouwen door geen enkel plekje onbenut te laten, wat natuurlijk wel ten koste gaat van het welbehagen van de kampeerder en wat dan weer kan leiden tot een slechte review. Maar soit: vraag overtreft aanbod, dus de kassa blijft rinkelen. Wij proberen het eerst bij de eerste groep, maar komen snel terecht bij Camp Herzog, een goede vertegenwoordiger van de tweede groep.

 

Daar krijgen een achteraf plekje toegewezen, want de tuin is al volgestouwd met campers. Maar we ze zijn blij, ook als we daarna voor dit plekje de hoofdprijs moeten betalen, dat deze achtertuin tot de duurste kampeerplek maakt totnutoe. Het volstouwen van een achtertuin kan leiden tot stress en regelwoede bij de eigenaar. Erg on-Tsjechisch overigens. Helaas is dit het geval bij Frau Herzog, die zich na betaling ontpopt tot een ware kampleidster. Vrij onvriendelijk werden we er bijvoorbeeld op gewezen dat we onze fietsen nergens tegenaan mogen stallen: niet tegen een hek, niet tegen een boom, niet tegen een afvalcontainer, niet tegen de paal van de waslijn. Zo waren er nog een paar dingetjes waardoor we ons erg onwelkom voelden. Maar de dame ging kompleet over de flos, nadat ze erachter kwam dat we gezamenlijk douchten (niet vanwege genegenheid maar uit efficiëntie). Schreeuwend werd ons aangegeven dat dit “it’s not allowed in this country!!!” en Harry werd nog net niet aan zijn slurf uit de douche getrokken. Poeh hé, wat een vrouw, snel naar een Italiaans restaurant om de hoek voor een heerlijke pizza.

Het onweert stevig. De felle lichtflitsen en rommelendedonder volgen er elkaar dusdanig snel op dat het boven ons is. We kunnen scuhuilen in het "restaurant" van de camping dat volstaat met zware tafels en stoelen, die niet verplaatst mogen worden. Er zijn weinig campinggasten op de camping aanwezig en daardoor kunnen we er prima schuilen. In de avond, de nacht en ochtend vindt een heftige aanval plaats van tientallen, nee honderden naaktslakken die het op onze tent, tassen, slippers en schoenen hebben voorzien en glibberige sporen achterlaten. Snel weg hier morgenochtend!!!

 

De volgende vroege ochtend fietsen we de oude binnenstad van Praag in. Ons doel is het centrale plein waaraan we 13 jaar geleden op onze huwelijksreis hebben gelogeerd. We stoppen even en laten de herinneringen binnenkomen en delen die met elkaar. Wat we missen is het enorme videoscherm waarop de Worldcup 2010 werd uitgezonden. Wat een heerlijk festivalsfeertje was dat toen, met telkens verschillende nationaliteiten. We hebben er destijds van genoten en ons daardoor wat minder verdiept in de rijke historie van Praag. Ook nu maken we daar weinig tijd voor. We kijken nog een tijdje rond en we zien dat vele gevels, toen verstopt achter doek -omdat ze met steun van de EU gerenoveerd werden- nu in pracht en praal deze stad allure geven. Tenslotte zien we dat ons toen al enigszins gedateerd hotel er nu niet meer is. De eigenaar heeft blijkbaar in plaats van een noodzakelijke update gekozen om het te verkopen aan een horecaketen. De bovenliggende verdiepingen zien er onbenut uit. We verlaten het oude centrum aan de oostkant via de mooie zwarte Powder Tower.

Praag is best een grote stad. We fietsen zo'n 25 km voordat we er uit zijn, dat netjes door een bordje wordt aangegeven wat meteen wordt getagged door Harry. We volgen een wat saaie route als we weer langs de Elbe/Labe komen te fietsen. Overigens is het drukkend heet na de heftige regen van gister. Als we op de camping aankomen vormen zich opnieuw zware luchten boven ons. Hoge temperaturen, hoge luchtvochtigheid en veel buien, dat is het weerbeeld van heel de trip door Tsjechië. We vinden een fijne plek onder een boom en krijgen van de beheerder de sleutel van een douche. Hier mag gezamenlijk douchen wel. De douches op de campings in Tsjechië zijn bijna altijd voorzien van een muntjesmachine die wisselend -we hebben meegemaakt 2 maar ook 15 minuten- warm water geven.  

 

We kiezen ervoor om het eerdere plan van de EuroVelo 4 alweer los te laten. We vinden de route te saai, te gemakkelijk en bovendien lijkt het niet zo te zijn dat er meer campings aan die route liggen dan elders in het land. We zoeken het liever wat hoger op: hoger noordelijk en hoger in de heuvels en bergen. Dus op naar het noorden!

 

Vanwege de regen komen we echter al snel op de onverharde landbouwwegen hopeloos vast te zitten. Door de regen zijn deze paden tussen de akkers complete modderpoelen geworden en de fietsen en wijzelf komen er mee onder te zitten. We kunnen er niet fietsen en de temperatuur is al vroeg weer veel te hoog voor zulke ongein. De grap is echter wel dat op dit onbegaanbare pad meerdere hertjes, een vosje en een paar hazen zien. Zoveel wilde dieren hadden we niet gezien en zullen we ook niet meer zien in Tsjechië.  


De eerste halte noordwaarts is een gebied met een ongebreidelde verzameling aan campings om twee meertjes nabij Jicin. Vanuit de stad moet er eerst flink geklommen worden om dit gebied te bereiken. Vlakbij ligt het park Prachovské skály, een natuurreservaat met unieke zandsteen rotspillaren. Het gevoel van natuur is bij de meertjes verre van aanwezig. 's Avonds is er een zee aan licht en geluid van onder andere de vele restaurants, botsauto's, live-optredens en dronken kampeerders. Toch hebben we besloten een extra dag te blijven en de volgende dag maken we een wandeling door het reservaat.

 

Onze camping staat overigens het best aangeschreven rond het meer. Relatief gezien is er hier nog orde en netheid. Alleen de douche is ruk: 3 minuten met een automaat buiten de douches in de openbare ruimte dus de eerste minuut is al voorbij voordat de kraan kan worden opengezet. Een muntje extra kan je niet aanvullen met je ingezeepte blote kont. Het restaurant bij de camping compenseert dit ongemak: voor weinig (ca €7) krijgen we een zeer smakelijke maaltijd: een Tsjechische 'risotto' op dag één en rijst met kip en champignons in saus op dag twee.

Na de wandeling staat er een camper dicht geparkeerd naast onze tent. Zijn luifel is ingeklapt maar zou met gemak onze tent kunnen overspannen. De camper blijkt van ene Simon te zijn, een Nederlander, die door omstandigheden in Tsjechië is neergestreken en waarbij eindelijk alles op z'n plek is gevallen, zo is zijn verhaal. Hij is aanhanger en/of initiatiefnemer van een nieuwe new age stroming en die de wereld zal veroveren en veranderen: het Uïsme, oftewel You Is Me. De goeroe van deze stroming en tevens maat van Simon gaat ook lange afstand fietsen en zoekt sponsoren om naar Zambia te komen waar de eerste mens vandaan komt. De goeroe zoekt steun uit de economie. Simon zelf verlaat voor dag en dauw de camping en laat zijn kampeerbewijs van een dag daarvoor in het gras achter, zodat hij niet hoeft te betalen voor zijn extra dag verblijf alleen de €2 borg voor het vignet. Economie is passé, en eerlijkheid blijkbaar ook, Simon. Niet betalen maar een ander laten opdraaien past waarschijnlijk bij het Uïsme. Op het eerste gezicht mooie mensen/reizigers die vervolgens wat al te graag uit de zak van een gastvrije medemens leven, zijn we helaas ook wel  vaker op deze aardbol tegen gekomen.

 

De imposante rotspartijen staan overigens niet alleen in het bezochte natuurreservaat maar evengoed aan de prachtige afdalingen op weg naar het noorden.

 

Op naar nog verder het noorden van Tsjechië, op naar Liberec nabij het drielandenpunt van Tsjechië/Duitsland/Polen. Liberec heette vroeger Reichenberg. Van de destijds 100.000 inwoners moesten na WOII 80.000 Sudeten-Duitsers vertrekken. Het heeft 30 jaar geduurd voordat de stad weer normaal bevolkt raakte. Al vroeg de volgende dag bezoeken we een fietsenmaker om naar Harry's fiets te laten kijken. Er zit een tik in zijn crank en onze gereedschapskist is best uitgebreid maar de grote hexa sleutel om de crank los te maken ontbreekt. Ook heeft de derailleur een finetuning nodig vanweg haperingen in het schakelen. De fietsmaker kan er aan werken en vraagt om aan het eind van de middag terug te komen. Dat betekent een dagje extra Liberec. 

 

Het is gezellig druk op het terras van de best mooie camping die is gelegen nabij het centrum van de stad. De taal blijft voor ons abracadabra maar een vriendelijke Tsjech, die Engels met een beetje Schots accent spreekt, leidt ons 's avonds door de Tsjechische menukaart van het campingrestaurant. Het is spotgoedkoop. We kunnen er zelf niet voor koken. We bestellen wat typisch Tsjechisch en het smaakt heerlijk. Als we de naam in de Google vertaler gooien, blijkt het hoofdgerecht 'varkensmus' te zijn. Daarnaast dumpings van aardappel en meel en zuurkool. Niet erg aantrekkelijke benaming, niet erg vega maar wel smaakvol.

Hoe kwamen de Duitsers aan de naam Reichenberg? Het stadje ligt echt niet op een berg gezien de flinke klim die we moeten maken naar het National park Jizerskohorské bučiny. Zou de Tsjechische naam Liberec zoiets beteken als: 'Haha, gefopt, het is geen berg maar een dal'? Eenmaal boven worden we verrast door veel fietsers en druk bezochte fietscafés in een gebied wat ons een uithoek leek. 


In tegenstelling tot Duitsland rijdt hier nog het merendeel op een niet-elektrische fiets. Op zoek naar mooie routes op internet zijn we ook de Tsjechische regelgeving met betrekking tot fietsen tegengekomen. En die is best streng: zo moeten fietsen voorzien zijn van vaste verlichting voor en achter, twee reflectoren in ieder wiel en in de trappers en zijn spatborden verplicht. Oei, onze fietsen hebben niets van dit alles (op Roelie's foute Duitse trappers na). Bovenal geldt er een ABSOLUUT alcoholverbod voor fietsers...! Hahaha, dit is Tsjechië: niemand leeft dit na en niemand handhaaft dit. Bij de fietscafés wordt bijna alleen bier gedronken.

 

We eindigen in een dorpje en camping aan de rivier Jizera. Campings in Tsjechië hebben bijna altijd een imbiss, een 'restaurant' dat ook als biercafe dient, of vaker andersom in werkelijkheid. Na de camping in Liberec hebben wij de smaak te pakken van de Tsechische keuken. De eigenaar van de camping vertelt in gebroken Duits met enige schaamte dat hij geen chef is en zonder uitzondering frituur voer aanbiedt: friet met gefrituurde snitzel of gefrituurde kaas. Even verderop zit een echt Tsjechisch restaurant, zo zegt hij. Voor een paar euro krijgen we daar een heerlijke eenvoudige en dus goedkope typisch Tsjechische maaltijd: varkensmus met droppings of what ever. We hebben gesmuld.

 

De volgende dag begint net als de vorige met een onmenselijk stijle klim. Deze klim brengt ons langs en door een skidorp en de pistes van Rokytnice nad Jizerou.

Onze fietsdag eindigt op de camping bij Trutnov aan het meertje Dolce. De camping is voor onze ervaringen ongewoon netjes, gestructureerd ingedeeld met een professionele receptie. Zoals de laatste vier, vijf campings die we bezocht hebben, is er een keuken met een kookplaat, koelkast, magnetron en waterkoker. Maar we zijn zo lui om alweer het restaurant uit te proberen en dat is dit keer helaas een minder succes. Friet met gefrituurde kaas is niet echt culinair noch fijn fietsvoer maar de plek aan het meer is geweldig mooi. 


Geen achterlijk steile klim maar een matige klim op een drukke provinciale weg, daar begint het mee in de volgende ochtend. Het verkeer raast met 100 km/h langs ons heen terwijl wij de 10 km/h nog niets eens halen: niet relaxed dit! Na 3 kilometer mogen we er gelukkig af en fietsen via rustigere wegen. Dat vieren we met een gebakje (ziet er op de foto hieronder lekkerder uit dan dat die is). 

Elk dorp kent nog steeds een (of twee) klein kruideniertje, een zogenaamde potraviny, waar met name bier wordt verkocht, plus andere drank, en mogelijk ook droge langwerpige smaakloze broodjes, wat conserven en soms zijn we verrast en ligt er dus een taartje of een paar goede bananen. Zonder uitzondering is de eigenaar van Aziatische afkomst, althans voor zover wij zijn tegengekomen en dat zijn er echt best veel.  Reviews over de winkeltjes zijn vaak negatief en slaan vaak op de Aziatische eigenaar. Wij zouden verwachten dat dorpsbewoners juist super blij zouden zijn met deze buurtsupertjes die nog steeds open zijn en al lang zouden zijn gesloten zonder de ondernemersgeest van onze Aziatische medemens. 

 
Het wordt toch nog een pittige dag met een boel hoogtemeters! Hoogtepunt is de klim door het smalle, beboste dal van het riviertje Olesenka.

 

De grens met Polen raken we aan maar steken nog niet over, dat bewaren we voor morgen. Uiteindelijk komen we aan na wat laatste en oneindige steile kilometerjes in het skidorpje Destné op iets van 700 meter hoogte op een aardige camping.

We starten de dag daarop opnieuw met een pittige klim door het bos en na een steile en daardoor behouden afdaling fietsen we verder door Polen aan de rivier Metuje en de beek Olesenka totdat die niet veel meer voorstelt. Het is op en af en hoe mooi het ook is, het voelt als een slopende interval training. Uiteindelijk volgen we een wandelpad dat blijkbaar weinig wordt bewandeld: het is kilometerslang dichtgegroeid met doornstruiken en brandnetels en op meer open stukken vrijwel onbegaanbaar door diepe modderpoelen. Leuk om in Polen te zijn geweest maar dit pad had ons bespaard mogen blijven. Na iets van 30 kilometer Polen steken we op 700 meter hoogte weer de grens over met Tsjechië: het zicht naar zowel de Poolse en Tsjechische kant is werkelijk prachtig. Na een lange afdaling naar het stadje Králíky voor boodschappen, eindigen we weer bergop bij een camping bij het skidorp Dolní Morave. 

Rübezahl, de legendarische kabouterreus staat stilletjes te kijken nabij de Poolse grens als opzichter voor de aanleg van een skilift. Hij is eigenlijk best benaderbaar.

 

Bij Dolní Morave kamperen we letterlijk met de haringen op/in de steile oever van de nog wilde Morave. Deze rivier stroomt door Moravië en mondt 350 kilometer verderop bij Bratislava in Slowakije uit in de Donau. Langs deze Morave willen we ruim 100 km zuidwaarts naar Olomouc fietsen. Aandachtspunt je is wel dat drie wielen van ons een slag in het wiel hebben. Hoewel onze banden mega zijn en de velgen sterk, eist het bepakt fietsen over onverharde rotsige paden blijkbaar haar tol. Maar van de drie baart alleen het achterwiel van Harry ons echt zorgen en moet snel gefixt worden voordat er spaken gaan knappen. De meeste fietsenmakers in Tsjechië (en er zijn er al niet veel) zijn zaterdag en zondag dicht. In een MTB-oord als Dolní Morava zit er geen één en ook in de relatief grote stad Olomouc is in het weekend alles dicht. Op ruim 60 km langs de route zit wel een fietsmaker die op zaterdag tot 12 uur open is. Die proberen we voor 11 uur te bereiken om kans te maken dat er naar de fiets gekeken wordt. We staan vroeger (6 uur) op dan anders en vertrekken vroeger (half 8) dan anders.

 

We fietsen eerst heerlijk omlaag en zitten op een gemiddelde van rond de 27 km/h; dat gaat lekker! Daarna wordt het vlakker, zijn er wat wegwerkzaamheden en is er flink wat wind: we schakelen een tandje bij en bereiken toch de fietsenmaker iets voor 11 uur. De beste man spreekt geen woord Engels of Duits, maar we laten hem het achterwiel zien en hij geeft aan het probleem op te lossen. Na 5 minuten roept hij Harry binnen en laat zien dat de velg scheurtjes heeft. Over 3 kwartier sluit hij en geeft (via Google translate) aanvankelijk aan dat dit een groot probleem is dat niet zo maar verholpen kan worden. Hij vraagt waar we heen gaan vandaag; “naar Olomouc”  is ons antwoord. In Olomouc is ook alles dicht, is zijn reactie. Hij denkt even na, overlegt dan met zijn vrouw en geeft vervolgens aan dat hij een nieuwe velg zal monteren en wel vandaag nog. Wauw!! Wat hij toen nog niet weet is dat onze banden tubeless zijn en het dus extra werk is om de velg luchtdicht te maken. Maar ook dat schrikt hem niet meer af. We spreken af dat we over een uur terugkomen. Supervent deze man. Als we terugkomen is hij nog bijna een half uur langer aan het werk. Bij het afrekenen kijkt de beste man niet heel tevreden: hij gebaart van nee bij het uitspreken van tubeless en schuift ons een binnenband toe. Bij het verlaten van Tsjechië weten we nog steeds niet of Harry's achterband tubeless is of niet, er zit veel latex-'melk' op de velg, maar we zijn in ieder geval een binnenband (en plaksetje) rijker. 

 

Terwijl Duitsland overloopt van de bacherei, waar we talrijke koffiepauzes hielden, is er in Tsjechië wat niet veel dat maar op lijkt. Op populaire routes zijn er fietscafés waar standaard de pullen bier op tafel staan. Koffietentjes zijn erg moeilijk te vinden en als ze er zijn blijken het highend spots te zijn. Terwijl andere gasten met hun Gucci bril en Prada slofjes neerstrijken bij die zeldzame koffiebarretjes, ploffen wij naar zweet riekend in stoffige fietskloffie neer om een zeldzame en -in verhouding met een halve liter pullen bier- een erg dure cappuccino te bestellen. In plaats van eenvoudige kuchen is te kiezen uit patisserie voor minstens Hollandse prijzen. Wel erg lekker overigens.

Boven de oude universiteitsstad Olomouc houden we een korte pauze bij een kinderkabouterbos. Het is een speelplek voor hele kleine kinderen maar Roelie geniet van het grappige plaatje van Harry aan de reuzenpicknick tafel waardoor hij mini lijkt. 


De weersverwachtingen voor de komende dagen zijn niet best, veel regen en de temperatuur maakt een diepe val, maar we zien op nos.nl dat de Alpen er nog slechter voor staan. Voor vannacht wordt hier noodweer met minimaal 25 mm regen verwacht. We kiezen daarom, het is alweer zeker drie weken geleden, voor een hotelletje nabij het centrum.

 

Rond 23 uur hangen we samen voor het raam om naar het schouwspel van de blijkbaar boze weergoden te kijken. De bliksemschichten en gedonder gaan in elkaar over als een symphonie en de regen vliegt horizontaal over het rangeerterrein achter het hotel. Ook de elektriciteit valt enkele keren kortstondig uit. We zijn stiekem blij dat we een stevig alibi hebben voor onze overnachting tussen de lakens. 

De kleur van de rivier Becva laat de volgende ochtend zien dat er veel modder is meegekomen. Elders schijnen veel dorpen nog afgesloten te zijn van stroom. Wij zien vooral veel omgewaaide bomen, afgerukte kruinen en heel veel afgebroken takken. De Tsjechische brandweer heeft deze zondag een drukke dag. 


In het stadje Hravice ten oosten van Olomouc pakken we opnieuw een hotelkamer. Een camping is nog iets van 30 km verderop en er wordt voor de nacht weer erg veel regen verwacht. Bovendien lijkt de route na de camping uit te monden op een drukke provinciale weg voor de dag erop. Dat willen we liever niet. Het overgrote deel van het verkeer houdt rekening met fietsers en houdt in totdat het veilig is om ons ruim in te halen, maar er zijn zeker ook chauffeurs die dat niet doen en onze adrenaline tot een maximum weten te laten oplopen.

 

Ook Hravice bevestigt dat een mooi centraal plein geen attractie is op een zomerse zondagmiddag. Het is er uitgestorven met alleen maar dichte winkels terwijl de Tsjechen voor zo bekend het minst gelovige volk ter wereld is. En dat is weer vreemd omdat overal langs de wegen Jezus-aan-het-kruis-beelden staan, maar die zijn meestal oud en hebben vaak nog een Duits onderschrift.

 

Op de hotelgang komt een wesp klem te zitten tussen Roelie's arm en een bidon en doet de wesp wat een wesp doet als zich bedreigd voelt: steken. Aanvankelijk lijkt het allemaal met een bultje af te lopen en genieten we van een gezellige avond. Maar de volgende ochtend is er een pijnlijke zwelling die zich na een dag fietsen over haar hele onderarm van pols te elleboog verspreidt en de omvang neemt van Schwarzenegger's biceps in vroegere tijden. De combinatie van wederom verwacht noodweer en het gebrek aan campings brengt ons wederom bij een hotelletje in een skidorp vlak aan (maar ook ruim lager dan) de grens met Slowakije.  Roelie krijgt een fijne zak ijs om de wespenzwelling te bestrijden. Het hotelletje kost net als de vorige twee hotelletjes geen drol: nog geen €50 inclusief uitstekend ruim ontbijt. 

IJs op Schwarzenegger 

En dan breekt de laatste etappe over Tsjechisch grondgebied aan. Eerst gestaag klimmen we naar een grensovergang, zo'n 500 meter hoger, die niet door auto's wordt gebruikt. Onderweg zien we dat het vannacht weer flink heeft gespookt, we hebben wel meegekregen dat het flink heeft geonweerd, maar overal zien we afgeknapte bomen. Hier en daar is men nog bezig om de weg vrij te maken. Tsjonge wat een geweld, en wederom beseffen we dat we er verstandig aan hebben gedaan om een hotelletje te nemen. Met nog iets van 100 hoogtemeters voor de boeg, kletsnat van het zweet en regen, worden we verrast door een aftands grensbord. Harry probeert er een sticker op te plakken maar die zal het niet lang redden op de verroeste paal. Tijd om om te kijken en sbohem (tot ziens) te zeggen tegen Tsjechië waar we uiteindelijk verre van de kortste route doorheen hebben gefietst.

 

We hebben al veel kenmerken van Tsjechië benoemd. Hier nog een paar laatste uitsmijters om af te ronden.

 

Ondanks dat we verrassend veel fietsers zien en dat we dat associëren met toch wel een gezonde lifestyle lijkt (het gros van) de bevolking best ongezond te leven: weinig groentes, overal laagdrempelig spotgoedkoop bier drinken en veel, heel veel, mensen roken.

 

De mensen komen wat stug over maar waarschijnlijk is de taalbarrière daar ook debet aan: wij spreken geen Tsjechisch en weinig Tsjechen spreken een buitenlandse, of veiliger, een niet Slavische (wij bemerken geen verschil daarin) taal zoals Engels of Duits, uitzonderingen daargelaten. Op een camping wordt er niet standaard gegroet, het liefst worden de blikken niet gekruist. Fietsers groeten elkaar dan weer wel met een familiair "ahoj".

 

Het is een fijn fietsland omdat er overal genummerde routes zijn aangelegd en goed zijn aangegeven. De routes door de mooie bossen zijn vaak goed verhard en dus echt mountainbiken hebben wij eigenlijk weinig gedaan. Wat we gelukkig ook weinig hebben gedaan is op provinciale wegen fietsen, die zijn ronduit gevaarlijk om op te fietsen. Het land is schoon, de bermen zijn bijna zonder uitzondering verschoond van zwerfvuil en de openbare ruimte wordt keurig onderhouden. Thuis in Helmond ligt een grasveldje tussen ons huis en het station en het aantal keren dat we op de meest onmogelijke plekken zeggen dat ‘het gras netter wordt onderhouden dan bij ons voor’ is talrijk.

 

Is het gras groener bij de buren? Hoe gaat Slowakije ons bevallen? We verwachten op voorhand weinig verschil met Tsjechië. We gaan het  meemaken!