Griekenland (deel 1 westkust)

Gepubliceerd op 7 november 2023 om 17:29

Griekenland gaat het 16e én laatste land zijn dat we op deze tour door Oost- en Zuidoost-Europa aandoen. Het vliegticket terug, van Athene naar Amsterdam, is namelijk geboekt. We kennen het land; we zijn er allebei wel eens op vakantie geweest en op onze wereldfietstocht zijn we er een stukje doorheen gefietst richting Turkije. Maar ja dat waren een paar eilanden en een stukje van pakweg 100 kilometer bij Alexandropoli. Nu hebben we maar liefst dik zes weken om het land echt te leren kennen, terwijl het toeristenseizoen, nu eind oktober, definitief tot zijn eind komt. Één blog maken over een periode over zes weken zou leiden tot een waar boekwerk, en aangezien we van die "achteraf-bloggers" zijn, gebaseerd op gezamenlijk geheugen, zouden we veel vergeten. Dus gaan we ons Griekenland-avontuur opknippen in delen. Lees hier het eerste deel: de westkust (tot aan Peloponnesos).

 

Al fietsend door olijven- en madarijnenplantages nemen we afscheid van Albanië en ook in Griekenland verandert dat beeld voorlopig niet. We wachten nog geruime tijd na de grensovergang voordat we onze dataroaming aanzetten. Het 'welkom-in-..' bericht van onze provider laat ditmaal lang op zich wachten en bij Harry komt er helemaal geen bericht binnen. Maar goed: we fietsen na vier landen weer de EU binnen en dat gaat gepaard met enkele gemakken waaronder de euro en het niet hoeven gebruiken van buitenlandse simkaartjes met onbekende nummers. Én onze favoriete smeerkaas vache qui rit (nee, niet gesponsord) is weer verkrijgbaar. Én de cappuccino, die sinds Istrië vaak niet lekker was, is weer van hoge, zowat Italiaanse kwaliteit. Helaas zijn de prijzen hier een stuk hoger dan in de achterliggende Oost-Europese en Balkanlanden. En ja die taal, die is net zo onbegrijpelijk als het Albanees, met dien verstande dat het ook nog eens onleesbaar is voor ons. Gelukkig is het toerisme hier een belangrijke economische pijler en worden veel zaken ook in het Engels aangegeven. We proberen weer de basiswoordjes onder de knie te krijgen zoals ja, nee, goedendag, hallo en dankjewel en ook dat valt niet direct mee: dankjewel klinkt zo'n beetje als Afghanistan maar dan met een E als eerste letter, goedemorgen is zoals het tekenfilm-eendje Calimero maar dan met een a aan het eind en ons ja klinkt als ne; dat kan toch niet kloppen?


We zijn een dagje later dan gepland Griekenland in gefietst omdat we een nationale feestdag wilden ontlopen en dan is alles dicht. Vandaag is het zondag en volgens GoogleMaps zijn de meeste 'super'markten open. We mikken vandaag op een camping vlak voor of vlak na het dorp Plataria. Beide campings zijn nog tot 1 november open. De stadjes hier aan de kust liggen over het algemeen aan een baai: om er te komen daal je af, om er weer uit te fietsen moet je klimmen. Dus beide campings liggen een stuk hoger dan het dorp. Daarom kiezen we voor de camping ná Plataria: dan doen we de boodschappen op de route en fietsen de laatste paar kilometers met de boodschappen naar boven in plaats van op-en-neer. Eenmaal in Plataria aangekomen zien we dat het toeristenseizoen op zijn eind loopt. Veel horeca is dicht. Wie ook dicht zijn, zijn de supermarkten. Daar hebben we niet op gerekend. Wellicht hebben ze besloten deze zondag aan de feestdag van gisteren te plakken en dicht te blijven. Één winkeltje is open, maar dat is meer een souvenirwinkel, waar ook een koud drankje te koop is. Gelukkig hebben we de camping vanochtend gebeld met de vraag of ze nog open zijn en weten we dat het campingrestaurant geopend is. Daar moeten we ons namelijk melden om in te checken aangezien de receptie onbemand is. Dus geen eigen potje vanavond maar een romantisch etentje.


Als we op de camping aankomen moeten we flink steil de helling af om bij het restaurant te komen. Dat ziet er gezellig uit op één ding na: het is dicht!! Harry gooit er al een paar krachttermen uit, als er een dametje komt aanlopen die een beetje Duits spreekt. Ze belt met de eigenaar en wijst ons een paar prachtige plekken aan waar we ons tentje kunnen opzetten. Maar ja, we hebben niets te eten bij ons, dus hoe zit het met het restaurant? Dat gaat om 16 uur open zegt het dametje. Harry checkt de tijd: het is vijf voor vier en de glimlach keert weer terug in zijn gezicht. 

De plek van ons tentje is waarschijnlijk de mooiste tot nu toe op deze tour. We zetten de tent op, drinken een Grieks witbiertje op het verder lege terras van het restaurant, douchen ons, en keren weer terug naar het restaurant voor een pasta carbonara en delen een ceasar salade. Op één ander Oostenrijks stel na zijn wij de enige gasten en we prijzen ons gelukkig dat deze camping nu nog steeds de moeite neemt om de deuren van haar restaurant te openen en ook nog eens verrukkelijk eten te serveren.

Het is al tegen acht uur als we de volgende dag wakker worden. Eerst een frisse duik in de zee en dan springt Roelie op de fiets naar Plataria om ontbijt te halen. De supermarkt is nu wel open maar alles is weer net anders dan in vorige landen dus het is wel even zoeken. Vers brood is er niet, maar er is even verderop een bakker en die is ook geopend. Harry heeft de tent ondertussen ingepakt en om half tien zitten we op een bankje op de camping te genieten van het uitzicht en een boterham. 

 

Het is best een steile klim om de camping te verlaten. Vervolgens klimmen we geleidelijk verder op de provinciale weg waar bijna geen verkeer op rijdt om daarna een zijweg in te slaan om op een bergrug uit te komen. Die weg is nogal steil en om te kunnen blijven fietsen slalommen we heen en weer. 

 

Na vier kilometer zijn we boven, houdt de verharding op en kunnen we genieten van een prachtig pad, de vele vrijlopende dieren (paarden, koeien, schapen, geiten, herdershonden en mestkevers) en de panorama’s. Harry heeft z’n helm afgezet bij de klim en als hij die voor de afdaling wil opzetten, mist hij de zonnebril die erop geklemd zat. We hebben er geen zin in om terug te fietsen en te gaan zoeken. Bovendien zijn we net een kudde geiten gepasseerd met twee herdershonden die het helemaal niet leuk vonden dat we door de groep fietsten. Daar zijn we goed vanaf gekomen maar we hoeven dit niet in de herhaling te beproeven. En eigenlijk wil Harry al heel lang een nieuwe zonnebril en dit lijkt dan het moment te zijn. Hoewel: er wordt hier verdraaid weinig gefietst en het vinden van een kekke fietsbril kan wel eens een van de lange adem worden. Tot die tijd: oogjes (bijna) dicht. 

We keren terug op de provinciale weg en daar had Roelie nog zo’n soort leuke route gevonden als eerder op de ochtend, maar dan met een onbekend wandelpad gevolgd door een nog steilere klim dan vanochtend op gravel. We besluiten die maar te laten voor wat het is. De provinciale weg is zo rustig dat daarop klimmen geen straf is en veel gematigder gaat. Zo komen we halverwege de middag in het dorpje Parga terecht waar we een goedkoop kamertje hebben gereserveerd met een klein keukentje waar we zelf koken. Het is even zoeken naar supermarktjes, groenteboertjes en bakkertjes die open zijn, maar het lukt om alles te vinden. 

De volgende ochtend dwalen we eerst wat door de smalle straatjes van Parga, een pittoresk dorpje en heel erg toeristisch schijnt te zijn, maar ook hier is al heel veel gesloten.

 

De komende etappe is volgens app Komoot vrij eenvoudig cq snel. In 4 uur en een beetje zouden we de 75 kilometer naar Preveza kunnen doen. We rekenen uit dat we rond 15 uur vanmiddag er kunnen zijn. Er liggen campings op de weg maar er worden voor de nacht stevige onweersbuien verwacht, dus kiezen we eieren voor ons geld en reserveren een appartement in Preveza. 

 

Al sinds Istrië fietsen we af en toe op de route EuroVelo 8. Waar andere EuroVelo routes vaak bewegwijzerd zijn, ontbreekt van de 8 iedere aanwijzing, tot aan hier. Hier staat vrij duidelijk de afslag aangegeven. 

De pijlen leiden ons naar een café en we hebben een vermoeden dat er geen EuroVelo-organisatie, overheid of fietsvereniging betrokken is geweest bij de aanwijzingen, maar de super aardige eigenaar van een café. Aan een tafeltje zit een Franse fiets familie een flinke lunch te verorberen maar wij komen alleen voor één koffie en één limonade. De eigenaar geeft ons meteen ook trossen druiven van de pergola naast het terras, een mooie fles met lokaal water, verontschuldigt zich dat het snoeiafval van gisterenmiddag nog op het terras ligt, vertelt dat hij in Lelystad is geweest en ratelt gezellig door. Zijn vrouw komt met eigengemaakte jam en huidcrème en folders, toont haar prijzenkast en folders en schenkt vervolgens snaps in. Als we niet oppassen zitten we hier nog steeds als de zon ondergaat. We doen nog een fotosessie, wisselen e-mailadressen en foto's uit en springen dan toch weer op de pedalen.

Het schiet allemaal niet zo op vandaag. Roelie heeft de klimbenen niet en we moeten nog één bult over voordat we 30 kilometer langs de zee gaan fietsen en de snelheid, die Komoot ons heeft voorgespiegeld, gaan halen. Aan zee hebben we echter flinke tegenwind en zo vlak als dat we dachten dat het zou zijn, is het niet. Er zitten een paar steile stukken in en we sturen een bericht naar de gastheer in Preveza dat we vermoedelijk wat later aankomen. In plaats van 15 uur komen we hopelijk om 17 uur aan. Harry zit er dan inmiddels, na constant kopwerk, ook doorheen. Wat een makkelijke etappe leek, heeft ons toch aardig gesloopt. De gastheer komt net aangereden en toont ons het appartement. De supermarkt is om de hoek. We zetten de fietsen weg en halen eerst de boodschappen. Bij de kassa kiezen we zoals iedereen altijd de verkeerde kassa. De dames voor ons hebben allemaal coupons en bonnen en het duurt een eeuwigheid voordat die klaar zijn. Ondertussen zet de kassamevrouw het bord op de band waarvan wij denken dat ze de kassa sluit. Er komt in ieder geval niemand meer achter ons staan. Als we willen betalen heeft de dame in gebaren aan dat we even moeten wachten en deze loopt weg. Als ze terugkomt heeft ze een doos vache-que-rit smeerkaas bij zich. Het blijkt een aanbieding. We hadden al een korte aarzeling of we wel voor de driedubbelverpakking moesten kiezen, maar de aanbieding blijkt een dubbele driedubbelverpakking te zijn. Wij als vache-que-rit-fans hebben nu een overdo(o)s(is). Na de boodschappen en een douche knappen we weer wat op.

We fietsen nu al een tijdje langs de kust van het vasteland en kijken met regelmaat uit op de Ionische eilanden. Eerst Corfu en nu zien we Lefkada (ook wel Lefkas genoemd) liggen. We hebben de tijd om op Lefkada en de eilanden er ten zuiden van te fietsen. Probleem is dat het toeristenseizoen voorbij is (hadden we daar al iets over gezegd?) en dat de verschillende veerdiensten naar en tussen de eilanden aan hun winterslaap zijn begonnen. Dat betekent vrijwel zeker dat elke camping, accommodatie, winkel en taverne de deuren heeft gesloten. Uitzondering is (hopelijk) Lefkada zelf, want dat heeft een vaste verbinding met het vasteland door middel van een dijk en een pontonbrug. We re-shuffelen ons eilandhoppen-plan en zetten dit om in een tweedaagse tocht over Lefkada. 

 

Om vanuit Preveza Lefkada te bereiken moeten we door een tunnel, die niet door fietsers gebruikt mag worden. Het alternatief is zo’n 120 kilometer om de Ambracische Golf te fietsen om dan 2 kilometer verderop uit te komen. We hebben de tijd, maar zien weinig uitdaging in de omweg rond de baai. Gelukkig is bekend (dankzij vrienden en de verschillende fietsers forums) dat je door het personeel van het tunnel controle centrum, keurig (en gratis) naar de overkant wordt gebracht. De beoogde overnachtingsplek ligt in Lefkada-stad waardoor de etappe van vandaag een korte zal zijn met nog geen 30 kilometers. We kunnen het dus rustig aandoen en we houden ook rekening dat we misschien even moeten wachten op de gratis rit door de tunnel. Preveza is een wat grotere stad met een paar fietsenwinkels. Bij twee kloppen we aan voor een fietsbril. De eerste heeft niets en verwijst naar nr. 2, die hooguit 8 brillen heeft. Harry twijfelt bij eentje, maar haakt af als Roelie aangeeft dat die op een duikbril lijkt. Nog even oogjes dicht blijven knijpen Harry.

 

We melden ons om 11 uur bij het tunnel-controle centrum. Een aardige meneer hangt uit het raam van de eerste verdieping en vertelt ons dat ze het op dit moment druk hebben. Hij vraagt ons om over twee uur terug te komen, dan zetten ze ons over. We keren daarom terug naar Preveza en gaan aan de boulevard op een terras zitten. Onder het genot van een cappuccino kijken we naar de zeilboten waar de respectievelijk Deense, Franse, Amerikaanse (met twee peuters!) en Duitse eigenaren allemaal druk in de weer zijn met allerlei werkzaamheden aan dek. We vergelijken onze manier van slowtravelling met die van hen en zien vooral verschillen.

Na twee uur keren we terug naar het kantoor en krijgen te horen dat het vandaag niet meer gaat lukken…. Wat-de-F?!? De beste man oppert om maar een taxi te zoeken. Ja zeg, met de fiets? Of pak een bus, zegt hij. Welke dan, geen enkele gezien. Nemen die fietsen mee? Maar goed, hij weet het verder ook niet en we kunnen niets inbrengen aangezien de service gratis en dus blijkbaar niet vanzelfsprekend is. Wel niet netjes van de beste man om ons eerst, op basis van min of meer een belofte, twee uur te laten wachten om ons vervolgens af te wimpelen.

 

Enfin, ons nieuwe plan is snel gesmeed. We fietsen naar het begin van de tunnel en gaan daar liften, hopend op een welwillende bestuurder met lege pickup (die zie je hier veel rondrijden) of busje. We zorgen dat we vol in het zicht van de beveiligingscamera’s staan, mocht iemand van het personeel op andere gedachten komen. 

 

We weten niet of het door de siësta-tijd komt maar de tunnel wordt nauwelijks gebruikt. In twee uur tijd hebben we twee pick-ups langs zien rijden, die onze duimen genegeerd hebben. De bestuurders van een handvol busjes, waren vriendelijker en maakten met handgebaar duidelijk dat ze volgeladen zijn. Na twee uur tevergeefs liften, nemen we ten einde raad contact op met onze supervriendelijke en behulpzame host van afgelopen nacht. En bingo: zijn vader heeft een pick-up en wil ons graag naar de overkant brengen. Sorry voor het ongemak, zegt hij ook nog..., wat een vriendelijkheid! 

Tegen 16 uur staan we dan toch eindelijk aan de overkant en overbruggen de resterende, oersaaie, 25 kilometers naar de stad Lefkada. Dat stadje heeft een leuk oud centrum met vele nauwe steegjes vol met bloemen. Ook hier zijn de terrassen leeg of opgeruimd maar als je goed rondkijkt zijn er altijd nog plekken te vinden waar de locals zich ophouden. Daar ploffen we neer en evalueren deze gekke dag aan een glas bier met wat gratis mezze (Griekse tapas). 

Het ligt voor de hand om een route te plannen over het eiland die de kust volgt, je maakt dan een rondje langs oost- en westkust, of andersom. Op Komoot zien we dat enkele fietsers ook plekken hebben aangeraden die in het midden van het eiland liggen. We rijgen ze aan elkaar en zien een route door het midden van het eiland ontstaan. Aan de zuidkant ligt een baai waar in het seizoen veerboten vertrekken en op booking.com worden accommodaties aangeboden. Restaurants, winkels en bakkerijtjes zouden geopend zijn, maar erg betrouwbaar is dat niet, weten we inmiddels. Het gros van de de winkeliers, camping-, restaurant- en hoteleigenaren nemen niet de moeite om op GoogleMaps en zelfs niet op eigen website aan te geven dat ze inmiddels met de winterslaap zijn begonnen. We wagen het erop en willen dan langs de westkust terug omdat die mooier en rustiger lijkt dan de oostkust. 

 

Natuurlijk heeft Komoot weer een kruip door-, sluip door route gevonden om uit Lefkada-stad te klimmen. Het schotelt ons steigingspercentages voor van 15 tot 20%. Maar we hebben flink wat bagage kunnen achterlaten bij de accommodatie waar we verbleven, omdat we morgen daar weer zullen terugkeren. Kook- en tent spullen zijn niet mee en dat scheelt in gewicht. Zo redden we het om in het zadel te blijven en in anderhalve kilometer staan we al ruim 200 meter hoger uit te hijgen bij de aansluiting van het pad op de provinciale weg. Die weg is heel rustig zoals alle wegen op dit eiland.

 

Al snel verlaten we deze weg weer voor een weg die nog steeds een gele kleur heeft op de wegenkaarten van Maps en Komoot, maar waarop auto's gedurende een paar uur nog steeds op één hand zijn te tellen. Lekker zwoegend, zwetend en zwetsend klimmen we zo verder. Al vroeg in de klim ziet Roelie boven op de berg een burcht/toren staan. Harry zegt dat het een weerstation is, maar verzuimt om hier een wedje van te maken, waardoor hij zijn zeer ruime voorsprong in de weddenschap competitie niet verder heeft kunnen uitbouwen. 

 

Uiteindelijk komen we uit in het dorpje Eglouvi waar we over zeer nauwe straten via een aantal haarspeldbochten flink wat hoogte winnen. Op bijna 1000 meter hoogte komen we op een hoogvlakte uit en zien we een kapel met een soort plein daar voor met een tiental waterputten. Het waterpeil staat iets van vijf meter lager. Uit één daarvan schept Harry een emmer (met een boel holes-in-the-Bucket) om het zweet van zijn hoofd af te spoelen. Terwijl Roelie een boterham smeert leest Harry op een informatiebord dat hier jaarlijks begin augustus een festival plaats vindt waar de eilandbewoners de linzen oogst viert met luxe maaltijden en veel alcohol, dans, muziek en gezang. Moeilijk voor te stellen; het is zooo stil hier.

 

Na de lunch fietsen we verder over het plateau waarop diverse terrassen met mini-akkertjes zijn aangelegd. Zo mooi en vredig, zo ver van de intensieve agro-export-industrie die we kennen in Nederland. We klimmen nog wat door en bereiken de "Rakim-du-jour", het hoogste punt van de dag op 1050 meter hoogte. Het uitzicht is ook hier adembenemend mooi en we zien van deze hoogte onze bestemming, 18 kilometer verderop en 1050 meter lager, al liggen.

 

Een geweldige, afwisselende en spectaculaire afdaling volgt waar we nog door twee bergdorpjes stuiven. In no time staan we in het kleine dorpje met dito haventje Vasiliki. Wat een heerlijke dag!

 

Als we 's ochtends uit het raam kijken ligt de top van gisteren in de wolken en we betwijfelen of we het droog gaan houden vandaag. We klimmen net de baai uit als een oud meneertje op een scooter al pratend langszij komt. Hij wijst naar de lucht en naar zijn paraplu en we hebben wel een idee wat hij ons vertellen wilt. Eenmaal boven pakken een gravelweggetje, één van de vele tips uit Komoot van een mountainbiker. We klimmen op grove stenen giga steil omhoog en daarna gevaarlijk steil omlaag om zo'n 100 meter verderop weer op de provinciale weg te komen. Wat een idioterie! Dat gaan we niet nog vaker volgen en we slopen alle tips van deze mountainbiker uit de route.

We houden het droog en spotten voor de kust absurd blauwe plekken in het verder vandaag wat grauwere zeewater; het lijkt wel lichtgevend of fluoriserend, niet normaal en ook niet te fotograferen. Wat verder opvalt is dat de horizon vandaag ontbreekt en er een vage overgang is tussen zee en lucht. Het komt waarschijnlijk door de harde wind die ons volgens voorspellingen vooral in de rug blaast.

De route is afwisselend en vooral het laatste stuk, afdalend op een smalle weg tussen de olijfgaarden is prachtig om te fietsen. Voldaan en nog steeds zonder regen gaan we weer naar hetzelfde terrasje als eerder voor een biertje met mezza

 

De volgende dag om zes uur 's ochtends begint het dan toch volgens verwachting echt wel heel hard te regenenen daarom hebben we twee nachtjes geboekt in dezelfde studio. Eerst regent het met onweer en daarna blijft het gedurende de hele dag doorzeiken. Dat is langer dan voorspeld. Op een of andere manier vinden we het fijn dat een externe motivatie (voorspelling van veel regen) om een (op zich verdiende) rustdag te nemen, ook echt plaatsvindt. En heerlijk natuurlijk om te doen wat we (moeten) doen op een rustdag. En ja Netflix (ook niet gesponsord helaas) hoort daar zeker ook bij. Jammer dat deze nogal haperde dit keer. 

 

Nogal laat stappen we de volgende dag, een zondag, op de fiets nadat we eerst een zaterdagbrood bij de bakker op de hoek hebben gekocht. Maar goed, die was tenminste open terwijl echt alles dicht is deze ochtend. Het plan is om naar Mytikas te fietsen en daar weer eens het tentje op te zetten. Een camping aan de rand van dat stadje zou open moeten zijn. Dat maakt de etappe kort, iets van 50 kilometer maar. Op de eerste beklimming zien we Daan en Ellis staan, een Nederlands fietsstel die we al op Lefkada zijn tegengekomen. Ze hebben hetzelfde plan als wij. Hun pauze zit er op en wij beginnen met die van ons, dus we roepen "tot straks maar weer". Achteraf maar goed, want zij zijn in de afdaling zeiknat geworden van een regenbui aan de andere kant van de bergkam, toen wij nog aan het klimmen waren. In een totaal in puin liggend spookdorp hebben we hooguit een paar minuten onder een boom gestaan. 

Dit was ooit een redelijk groot dorp, met bewoners die voornamelijk van de veehouderij leefden. In 1953 maakte een aardbeving het volledige dorp met de grond gelijk. De bewoners zijn weggetrokken en het dorp is nooit herbouwd. Nogal naargeestig om er (met grijs regenweer) doorheen te fietsen. We lezen verder dat het enige dat de stilte hier verbreekt de tjilpende vogels zijn (die zingen en krijzen inderdaad boven ons hoofd) en mogelijk ver weg een kuddetje geiten (die lopen nog geen 15 meter langs ons met hun schelle bellen om de nek). Over de kettingzaag (die het meest de rust verstoort) wordt niet geschreven. 

Van het voorspelde zonnige weer komt niets terecht. De lucht blijft dreigend en af en toe valt er een drup. Het is wel broeierig warm. Ook voor vanavond en vannacht wordt nu regen voorspeld. Getver! We stoppen voor een cappuccino in Palairos en zien daar ook weer Daan en Ellis. We bespreken de route-opties. Mytikas is al over 18 kilometer en wij hebben het gevoel dat we pas net aan het fietsen zijn. Stiekem kijken we naar een stad verderop, Astakos, maar dat is nog 48 kilometer. Daan weet te vertellen dat vanuit Astakos nog steeds een veerdienst actief is die naar Kefalonia vaart. We kijken elkaar aan; zullen we dan toch nog ook dat eiland nog bezoeken en daar rondfietsen? We chechen de vaartijden en zien dat er morgen geen boot vaart, maar vandaag wel, om 17 uur. Al snel komen we tot de conclusie dat deze optie teveel haast met zich meebrengt en zeer waarschijnlijk zit Kefalonia al veel dieper in de winterslaap en is er nog maar weinig open. We houden ons dus aan het oorspronkelijke plan en kunnen het lekker rustig aan doen. 

Mytikas is een grappig vissersdorp waar de huizen tot aan het water zijn gebouwd. De grotere supermarkten, die volgens GoogleMaps open zouden zijn, zijn potdicht. Gelukkig is er een mini market open, die een verrassend breed assortiment heeft. Boodschappen doen we nog niet, eerst eens kijken of de camping wel open is. Als we daar aankomen is de poort gesloten, maar er hangen twee telefoonnummers. Ondertussen komen Daan en Ellis ook aanfietsen. Na wat gebel met taalbarriere komt er vanuit het dorp een mannetje aanrijden die de poort opendoet. Hij belt vervolgens weer de eigenaar, die wel een beetje Engels spreekt. Voor €12 mogen we op de verder verlaten camping (nou ja behalve tientallen katten dan) een plekje uitzoeken. Er zijn veel vaste staanplaatsen, de meeste met een flink afdak. Bij enkele is de caravan al weg. Wij kiezen, met het oog op de voorspelde regen, een plek onder zo'n afdak uit. Snel doen we de boodschappen en 's avonds zijn we weer heel gelukkig bij ons tentje ons potje aan het koken. Tijdens het koken loopt het een na laatste gasblikje leeg dat we nog in Istrië van de Amerikaanse Traile hebben gekregen. Sinds Dubrovnik fietsen we -in de verwachting dat het mini blikje van Traile snel op is- met een groot blik van Campinggaz rond. De meeste blikjes van Campinggaz zijn de zogenaamde prikblikjes, terwijl wij de gasblikjes met schroefdraad nodig hebben. We waren overtuigd dat dit gasblik wel een schroefdraad heeft, verstopt achter een verzegelde dop. Helaas is dit niet zo en fietsen we dus al bijna een maand met een verkeerd gasblik rond. Niet getreurd; we hebben een zogenaamde multistove, die ook op bijvoorbeeld benzine werkt. En laat Harry nu al drie maanden met een volle metalen fles wasbenzine rondfietsen. Omdat we niet precies weten hoe het een en ander werkt en Harry geen zin had om een gebruiksaanwijzing te lezen, ontstaan er nog wat steekvlammen hier en daar, maar gelukkig heeft niemand en niets schade geleden (of het moet het zwartgeblakerde multistove zijn). 

‘s Ochtends duikt Roelie eerst de zee in. Nou ja echt duiken doet ze niet, hoor. Ze zet de teenslippers ver boven de watergrens aangezien de vorige keer die niet ver genoeg weg stonden en te water raakten. Daarna schuifelt ze heel voorzichtig en onhandig over de kiezels totdat het water tot halverwege de knie komt en dan volgt een raar stuk op handen en voeten en daarna kan er gezwommen worden. Het ziet er niet uit maar er is hond die het ziet. Nu we het er toch over hebben, er zijn ongelooflijk veel zwerfhonden in Griekenland en nog heel veel meer zwerfkatten en bovendien ook nog echt heel veel zwerfafval. Kortom, er wordt wat heel wat afgezwerfd.

Na de frisse duik ontbijten we met bananen, Zweedse beschuit en Douwe Egbert oploskoffie. Als we willen vertrekken, herinnert Roelie zich dat ze naar de schijfrem die aanloopt wilde kijken en de ketting een onderhoudsbeurt wilde geven nu de eerdere regen die roestig maakt. Dat doen we dan maar terwijl geheel klaar staan voor vertrek op de inrit van de camping. De schijfrem krijgen we helaas niet gefixt en de irritant tik van eerder is terug. Dat wordt iets om een specialist naar te laten kijken. Tijd om te vertrekken! Vanaf Mytikas fietsen we langs de kust naar het zuiden.

 

In het dorpje Astakos drinken we een kop koffie op een terras, kopen bij een mini market een flesje limonade en fles water en bij de bakker een chocoladecroissant en cheese pie bij de bakker. Voldoende brandstof voor de tocht van vandaag. 

 

Na Astakos verruilen we de weg langs de kust voor agrarisch laagland. We wanen ons even in Nieuw Zeeland als we door de kiwiplantages fietsen. Later fietsen we door Etoliko, een visserseiland midden in een lagune en sinds 1848 verbonden met het vasteland door twee bruggen aan weerszijde. Op luchtfoto’s ziet het er allecharmanst uit maar dat valt tegen als we erdoorheen fietsen: geen kleine steegjes vol bloemen en het plein oogt leeg en verlaten.

 

De lagune is wel mooi. Het lijkt alsof vogels onderling afspraken hebben gemaakt welk soort  welk deel mag bezwemmen en bevissen. Eerst zien we honderden meerkoeten, daarna flamingo’s, verderop meeuwen en dan later weer flamingo’s. De waterkant is van de witte reiger. Vogelspottend fietsen we Mesolongi in. Aan de haven vinden we een terras naast Elements, een protserig jacht. We zoeken het op en het blijkt te koop te zijn. De eigenaar, een sheik is er blijkbaar op uitgekeken en vraagt €112 miljoen en stelt het beschikbaar voor charters, dus wie wil...? Ja het heeft een dek voor je helikopter. 

 

Bij Mesolongi zijn helaas geen campings. Het weer is geweldig mooi maar we hebben ter compensatie een appartement met een tuintje gereserveerd. Dan kunnen we toch nog een beetje buiten zitten, is het idee. Het stikt er echter van de muggen dus we vluchten naar binnen en daar vinden we een wel heel erg tiny apartment. De 12 vierkante meter telt een hal, slaapkamer, keuken en badkamer. Je kunt er je kont niet keren en we staan elkaar constant in de weg. Voor minder hebben we veel beter accommodaties gehad maar we doen het ermee. ‘s Avonds wandelen door het stadje en valt het ons op dat er heel veel wordt gefietst in dit dorp. Leuk stadje, wel erg donker of is het Earthday vandaag?

De volgende dag worden we op weg naar Antirio tegemoet gefietst en staande gehouden door een Griekse wielrenner (de tweede die we in een dikke week zien) die tips en trucs kwijt wil. Hij vertelt dat het weer uitzonderlijk is en meer past bij september in plaats van november. Je hoort ons niet klagen! Het is inderdaad heerlijk. Wij stappen in Antirio op de (gratis) veerboot, een tip van de Griekse wielrenner. Een Belg had ons eerder getipt dat we vooral de brug moesten doen maar dat mag eigenlijk niet met de fiets. Wij volgen het advies op van de local. We gaan naar Peloponnesos!!!

 

"Kijk, daar ligt Peloponnesos"